Project: In zee met jobstudenten

Viviane begon haar carrière in de horeca als jobstudente in een crèmerie bij Madame Steenacker, waar ze met plezier werkte. Toen ze zelf de kans kreeg om een tearoom te openen, greep ze die met beide handen. “Ik had een andere job, maar het evenwicht tussen researchwerk en gezin was moeilijk,” vertelt ze. Een zaak aan de kust leek haar ideaal, en in 1978 werd de ‘Marquisette’ geboren. 

De naam ontstond toevallig: “Een leverancier bracht een nieuwe drank, een Marquisette, en dat klonk goed. ‘De koele Markiezin’ werd niet goedgekeurd, dus bleef het Marquisette.” Vanaf dag één werkten er jobstudenten in haar zaak, meestal jongeren uit de buurt die via mond-tot-mondreclame bij haar kwamen solliciteren.

Jobstudenten speelden een cruciale rol in haar tearoom. Ze stonden achter de comptoir, verkochten ijsjes in de ‘crèmebak’, dienden op en deden de afwas. Viviane zorgde ervoor dat ze correct betaald werden en een aangename werkomgeving hadden. “Ze kregen een dag verlof, zoals het hoorde, en ik betaalde altijd de juiste prijs,” zegt ze met trots. Sommige studenten werkten er jaar na jaar: “Er zijn jongens en meisjes die hun hele studieperiode alle vakanties bij mij hebben doorgebracht.

De wetgeving rond jobstudenten veranderde door de jaren heen, iets wat Viviane van dichtbij meemaakte. “In het begin waren contracten summier, maar later moesten verlofdagen en werkuren strikter worden vastgelegd.” De controle op werkgevers werd ook strenger, wat ze zelf ondervond toen een student meldde dat ze te veel moest werken. “Ik kreeg een proces-verbaal, maar geen boete, want het klopte niet,” herinnert ze zich. “Toch voelde ik me ‘gepakt’.

Een rode draad door het interview is de bijzondere band tussen Viviane en haar jobstudenten. “Ik heb altijd aangename mensen gehad,” zegt ze. Ze waardeerde hun inzet en hield jarenlang contact met sommigen. “Yann, bijvoorbeeld, kwam nog vaak langs. En een van mijn meisjes werd later bibliothecaris en we zagen elkaar terug in de bibliotheek.

Elke zomer hield Viviane een dagboek bij waarin haar jobstudenten iets mochten schrijven. “In het begin bestond het dagboek vooral uit een tekening, een naam en een adres, met de vermelding dat het een leuke maand was geweest. Maar op een gegeven moment begon iemand uitgebreid te vertellen over alles wat ze hadden meegemaakt, en al snel hield niemand zich nog in. Tegen het einde van het seizoen was het dagboek een volledige weerslag van alles wat er in de zaak was gebeurd, aangevuld met prachtige tekeningen. Twee van mijn jobstudenten waren bijzonder getalenteerd: de ene werd later docent aan de academie en de andere ging naar de modeschool. Zij konden magnifiek tekenen en zij die niet konden tekenen, die knipten en plakten.

Het werk in de tearoom was intens, maar ook plezierig. “Soms, als de stress hoog opliep, grapte ik: ‘Ding dong, vanaf nu zijn de wafels met slagroom 20 frank duurder!’ Dan lachten ze en viel de spanning weg.” De studenten gingen na hun shift samen uit naar café ‘The Twins’, wat een deel werd van de beleving.

De tearoom had een vast cliënteel, vaak vakantiegangers. “In juli had je de Walen, die hun hele vakantiebudget in één keer uitgaven. De Vlamingen waren voorzichtiger, die spreidden hun geld.” Sommige klanten lieten een onuitwisbare indruk na. “Er was een man, ‘Monsieur Marquisette’, die elke dag kwam en gul fooi gaf. Op een dag bracht hij zijn vrouw mee en deed hij alsof het zijn eerste bezoek was. Wij wisten wel beter!” 

Ook beroemdheden kwamen over de vloer, zoals Staf Versluys, die een wereldzeilrace voorbereidde. “Zijn vrouw kwam dagelijks langs, en op een avond stond Staf zelf ineens in de zaak. De studenten herkenden hem eerst niet, terwijl ze altijd over hem spraken!

Het werken in de horeca aan de kust was intens. “Ik sliep vaak maar vier uur per nacht en was altijd aan het werk,” vertelt Viviane. Ze sloot haar zaak elke winter en volgde dan opleidingen, zoals ijsbereiding bij Syntra West. “Ik werd soms ‘De Alchemist’ genoemd omdat ik experimenteerde met smaken.

Na 12 jaar besloot ze haar zaak over te laten. “Ik vroeg mijn personeel om te blijven, maar de nieuwe uitbaatster had een heel andere stijl. Sommigen konden zich aanpassen, anderen niet.” Toch kijkt Viviane met veel liefde terug op haar tijd in Marquisette. “Ik besefte toen niet hoe bijzonder die periode was, omdat ik zo vaak moe was. Maar het heeft me gevormd. Ik ben daar mens geworden, volwassen geworden.

Vivianes verhaal is een nostalgische terugblik op een tijd waarin hard werken en kameraadschap hand in hand gingen. Een tijd waarin jobstudenten groeiden, klanten terugkeerden voor de sfeer, en een tearoom aan de kust veel meer was dan alleen een plek om ijsjes te eten.