Project: In zee met jobstudenten

Veronika Becuwe blikt in haar interview terug op haar tijd als strandredder, een periode die ze omschrijft als een unieke mix van verantwoordelijkheid, avontuur en plezier. Ze begon op 17-jarige leeftijd en moest zich in haar eerste jaar als enige meisje tussen oudere, mannelijke redders bewijzen: “Ik heb toen echt wel mijn mannetje moeten staan.” Toch werd ze al snel opgenomen in de groep en bouwde ze, door de jaren heen, sterke vriendschappen op, die tot op vandaag standhouden. 

Het werk als strandredder bracht heel wat uitdagingen met zich mee. Veronika herinnert zich de moeilijkheid om toeristen te overtuigen van de gevaren van de zee, vooral bij landwind: “Het was stralend weer, mensen hadden zin om zich te verfrissen, maar toch moesten we soms een gele vlag hangen; dan mogen zwemmers geen drijvende voorwerpen met zich mee in de zee nemen. Dit werd door de badgasten vaak niet begrepen. ” Ze vertelt hoe ze op  zulke dagen vaak luchtmatrassen en bootjes uit het water moesten halen, omdat die in een mum van tijd de zee in dreven. Soms waren er ook intense momenten, zoals de interventies bij woeste zee. “Niet alle surfers waren even ervaren, dus vaak moesten we die gaan halen wanneer ze te ver afgedreven waren en niet op eigen houtje terug aan land geraakten.” Een van haar meest beangstigende herinneringen is een zwemtraining waarbij ze omringd werd door kwallen: “Ik denk dat ik nog nooit zo snel gezwommen heb in mijn leven! Sindsdien ben ik er niet meer tuk op om in de zee te zwemmen.”

Naast de serieuze kant van de job was er ook veel ruimte voor plezier. Op regenachtige dagen moest er steeds één redder de wacht houden aan de waterlijn. Hierin losten ze elkaar af. Vanuit het redderskot werd het strand dan met een verrekijker in de gaten gehouden, maar ondertussen speelden ze daar binnen ook al eens gezelschapsspelletjes. Uiteraard werd er vaak ontzettend vals gespeeld, wat de nodige hilariteit met zich meebracht! Soms voerden ze ook ludieke acties uit, zoals het hijsen van de fiets van een collega over een vlaggenmast met behulp van een tractor. “Tot op de dag van vandaag weet ik niet hoe ze die fiets daar weer afgehaald hebben!” 

Ook op minder drukke dagen moesten de redders zich op het strand bezighouden. “Op momenten dat het niet regende, en we dus toch - vaak voor een lege zee -  aan het water moesten staan, hebben we heel veel gesprekken gevoerd en gewandeld. Met onze vlaggenstok speelden we OXO of Pictionary, of ‘om ter verst vlaggenstokgooien’… Op de duur werden we er heel creatief in om de tijd op een plezante manier te doden,” vertelt ze. “Voor het naar huis gaan ‘s avonds werden er geregeld nog zandgevechten gehouden, ‘zanddouchen’ noemden we dat: er werd overal zand in je haar gesmeerd. Vuil, maar - o - zo - plezant! En wat deed het dan extra deugd om nadien thuis te kunnen douchen, en je voetjes onder tafel te kunnen schuiven, moe en voldaan en met roodgloeiende wangen na een hele dag aan de waterlijn!  

Veronika beschrijft haar periode als redder als een vormende tijd: “Je maakt samen enge dingen mee, maar je trapt ook ongelooflijk veel lol. Het is zeker ook een constante geweest dat we heel veel plezier gemaakt hebben en veel gelachen hebben. Anderzijds waren er ook veel ernstige momenten waarop we onmiddellijk paraat moesten staan en onze verantwoordelijkheid moesten nemen. Hierin groei je geleidelijk en dit versterkt de band met je mederedders. Het was ook zo dat je als post meestal een leuk team vormde. Verder werden we goed betaald en mocht je met de boot varen... Voor mij was het gewoon de ideale vakantiejob!"  De band met haar collega’s was sterk, en zelfs nu nog, jaren later, vormen ze een hechte groep die jaarlijks samen op weekend gaat. 

Naast het redderswerk was er ook ruimte voor ontspanning. Veronika herinnert zich hoe ze met de hele groep naar de Gentse Feesten ging en ze daarna in allerijl de vroegste trein moesten halen om niet te laat op het werk te zijn. De job bracht haar niet alleen waardevolle ervaringen, maar ook haar eerste grote aankopen: “Ik heb dat eerste jaar een stereo gekocht voor op mijn kot.” 

Met veel nostalgie blikt Veronika terug op deze periode. Ze genoot van het buitenleven en van de fysieke uitdagingen. Hoewel de regels en omstandigheden veranderd zijn, blijven de herinnering aan de kameraadschap en de vele avonturen haar bij als een van de mooiste tijden van haar leven. Één bepaald nummer blijft voor haar onlosmakelijk verbonden met haar periode als strandredder: ‘‘’s Avonds bij de opkuis werd door onze vaste Rode-Kruis-jobstudent steevast het liedje ‘Forever Young’ afgespeeld. Dit was toen nog met een cassettespeler die loeihard opgezet werd, en we zongen luidkeels mee! Telkens wanneer ik dat nummer nu opnieuw hoor, word ik teruggekatapulteerd naar die prachtige tijd!”