Project: In zee met jobstudenten

Kris Costenoble groeide op tussen strandstoelen en zeilen. “Van kleins af ben ik beginnen helpen met mijn grootouders,” vertelt hij. Zijn familie baatte jarenlang een stranduitbating uit in Bredene, en Kris werd er van jongs af aan in betrokken. Op 10-jarige leeftijd droeg hij al stoelen mee, en tegen zijn twaalfde werkte hij als volwaardige jobstudent. “Ik werd een beetje gelijkgeschakeld met de andere jobstudenten.

Zijn taken groeiden mee met zijn leeftijd. Aanvankelijk hielp hij vooral met stoelen zetten en kleine klusjes, maar naarmate hij ouder werd, kreeg hij meer verantwoordelijkheid. “Als mijn broer eens ergens naar toe moest of als hij eens ziek was, dan verving ik hem om de zeilen te zetten en dan ook voor de cabines.” Op drukke dagen, zoals 21 juli, zetten ze tot 800 stoelen buiten, een fysieke uitdaging. “In die warme periodes… ‘s avonds was je toch redelijk moe.

De opbouw van de cabines gebeurde al rond de Paasvakantie.  In de grote vakantie werden jobstudenten vooral ingeschakeld om de stoelen, ligzetels en bedden klaar te zetten. Zijn broer hield de financiën bij.  Hij zorgde ervoor dat iedereen zijn plekje betaalde.  En wie niet betaalde - die kreeg al eens een zeil over zijn handdoek gespannen.  Er waren altijd mensen die (bewust of onbewust) tussen de zeilen gingen zitten.  Ze spraken hen aan, maar sommigen aanvaarden het niet dat ze daar niet mochten zitten.  De politie werd soms al eens gebeld, maar die was het na een tijdje beu om hiervoor telkens op te draven.  Vanaf dan werden bordjes geplaatst die duidelijk signaleerden waar het betalende stuk strand zich bevond.  Kris en zijn broer kregen ook te maken met vakantiegangers die hun afval zomaar achterlieten. “Sommige mensen waren op vakantie en dachten dat ze alles mochten achterlaten.

Gelukkig waren er ook grappige momenten, zoals een Duitser die een gehuurde zwembroek achterstevoren aantrok. “We hebben daar eerst eens goed mee gelachen, maar iemand moest het hem toch discreet gaan zeggen.

Ondanks het harde werk was er een sterke groepssfeer onder de jobstudenten. “We leefden de hele dag samen. Wanneer alle stoelen stonden, gingen we wel eens samen gaan zwemmen.” ‘s Avonds spraken ze soms af op de avondmarkt of gingen ze iets drinken. De stranduitbating was een competitieve business, met uitbaters die elkaar uitdaagden om zoveel mogelijk stoelen te plaatsen. “We hadden een concurrent aan de rechterkant. Het was altijd een beetje een wedstrijd om zoveel mogelijk stoelen buiten te zetten en dat is altijd een beetje zo gebleven.” ‘s Avonds moesten de stoelen altijd weer terug naar binnen. “Soms was het: we gaan alles buiten zetten maar dan was het achteraf een gigantisch werk om alles weer binnen te zetten, want alles moest terug in de strandcabines tegen de diefstallen.

Op zijn zestiende stopte Kris met de strandjob omdat zijn broer de zaak verkocht. Hij vond een nieuwe vakantiejob in een supermarkt in Middelkerke, waar hij begon als rekkenvuller en doorgroeide tot verantwoordelijke voor droge voeding. “Na vier jaar wist ik hoe alles draaide en kreeg ik meer verantwoordelijkheid.

Kris kijkt met nostalgie terug op zijn jaren op het strand en betreurt dat er nu geen stranduitbatingen meer zijn in Bredene. “Ik hoop dat er toch ooit nog eens iemand is die dan zegt ‘Kijk, we gaan dat eens herstellen’. Of dat het eens gestimuleerd wordt om dat weer in Bredene te krijgen.