Klaas Bogaert - Een luxe studentenjob
Project: In zee met jobstudenten
Klaas Bogaert blikt in dit interview met veel mooie herinneringen terug op zijn jaren als jobstudent-redder aan zee. Van 1996 tot 2002 was hij actief, een periode waarin hij niet alleen de kneepjes van het vak leerde, maar ook een hechte vriendschapsband opbouwde met vele collega-redders.
Klaas begon als jonge redder in het openluchtzwembad van Nieuwpoort, omdat hij nog niet op het strand mocht werken. “De jongste redders zetten ze daar,” vertelt hij. Maar hij groeide snel door: “Ik stond op post 1 en 2, dicht bij het staketsel, en werd al snel adjunct postoverste. De laatste vijf jaar was ik postoverste.” Hij voelde de verantwoordelijkheid duidelijk: “Als de hoofdredder er niet was, moest ik zorgen dat alles marcheerde en mocht ik als eerste met de boot in het water.”
Redder worden was geen sinecure. “Dat was een jaar lang twee keer per week zwemmen, vaak pittige trainingen. De eerste keer dat ik met kleren zwom en een pop moest redden, dacht ik: ‘Dit zal nooit lukken’.” De fysieke testen waren zwaar: “Je moest een pop van drie à vier meter diep halen en naar de overkant van het zwembad zwemmen. Ik denk dat ik zelfs de eerste keer niet geslaagd was en dat ik dan nog een herkansing kreeg net voor de zomer.” Daarnaast was er een uitgebreide theoretische opleiding met stromingsleer, weerkunde en EHBO.

Het reddersleven was een unieke ervaring. “Tijdens het schooljaar zag je sommige collega’s nauwelijks, maar in de zomer was het een hechte groep,” zegt Klaas. “We werkten een maand samen en hadden een druk vrijetijdsprogramma gans de maand door.” De werkuren waren van 10:30 tot 18:30 en er waren duidelijke regels: “In het begin, als er niemand op het strand was, mochten we binnen zitten, maar later moest er altijd iemand buiten staan.”
Het sociale aspect van het reddersbestaan was bijna even belangrijk als de job zelf. “We hadden bijna elke avond een activiteit: barbecue op het strand, fakkeltocht, de ‘fin de saison’ met alle redders van de kustgemeenten… Dus wij waren wel weinig thuis. Dat weet ik ook nog.” Het was een echte community: “In de zomer zat je in een vaste groep en zag je je andere vrienden nauwelijks.”
Klaas herinnert zich hoe de job evolueerde. “Toen ik begon, was er iets meer nonchalance, laat ik het zo zeggen. Tegen het einde werd de verantwoordelijkheid groter en moesten we constant op het strand aanwezig zijn.”
Het werk was niet altijd spectaculair, maar wel cruciaal. “Behalve een paar - noem het ‘preventieve reddingen’, heb ik eigenlijk niet zoveel spectaculaire dingen meegemaakt,” benadrukt Klaas. “Je moest ervoor zorgen dat je de mensen tussen de boeien hield , dat je met de boot de mensen niet te ver liet gaan en dan liep er naar mijn gevoel niet zoveel fout.” Hij herinnert zich wel de paniek van ouders bij verloren gelopen kinderen: “In je eerste jaar panikeer je mee, maar na een paar jaar weet je: binnen tien minuten vinden we dat kind wel terug.”
Klaas gelooft dat zijn jaren als redder hem hebben gevormd. “Ik heb een sterk verantwoordelijkheidsgevoel en ben kalm in stressvolle situaties. Als er iets gebeurt, blijf ik rustig en weet ik wat er moet gebeuren.” Hij voelt nog steeds een diepe band met de kust: “Ik weet hoe belangrijk het is om uit te waaien. Dat heb ik geleerd door zoveel uren aan de zee te staan.”
Als hij terugkijkt, beseft Klaas dat hij een droomjob had: “Ik heb nooit een andere vakantiejob gedaan. Misschien had ik eens rekken moeten vullen om te beseffen hoe goed ik het had.” Voor hem is het duidelijk: “Ik heb eigenlijk naar mijn gevoel een luxe studentenjob gehad. Omdat je met toffe mensen zit, je hebt een uitdagende vakantiejob en ook een heel leven ernaast, dat fantastisch is omdat je met mensen van dezelfde leeftijd uitgaat.”
Zijn kinderen zouden het ook mogen proberen, maar moeten eerst “een jaar pannenkoeken bakken in de horeca, zodat ze het verschil weten,” lacht hij. Want ondanks de vele uitdagingen en verantwoordelijkheden, overheerst voor Klaas het gevoel van kameraadschap en avontuur dat hij als redder beleefde. “Voor mij was het een fantastische zomerbesteding.”