Eric Vloeberghs - Een vakantiejob verpakt in een stage
Project: In zee met jobstudenten
Eric komt uit Mechelen. Na een paar studentenjobs in zijn thuisstad, besloot hij om richting de kust te trekken - meer bepaald naar Blankenberge. Hij volgde een opleiding aan de hotelschool, waarbij een stage verplicht was. Die stage was normaal onbetaald, maar daar had Eric geen zin in. Via een advertentie in het tijdschrift van de ‘Bond van grote gezinnen’ vond hij een stageplek waar hij toch iets kon verdienen. Met zijn baas sprak hij af dat hij betaald kreeg, maar… “dat hoefde de school niet te weten.” Een vakantiejob verpakt als stage dus.
Eric begon in Blankenberge tijdens de paasvakantie van 1977. Uiteindelijk werkte hij twee paasvakanties en twee zomervakanties in hetzelfde hotel. Hij werd er goed verzorgd; maaltijden en een slaapplek waren inbegrepen. “Ik had geluk met het koppel dat het hotel uitbaatte. Ze waren streng op het werk maar heel correct. Over het eten en drinken viel niks te klagen.” Alleen zijn werkkledij moest hij zelf voorzien: “Een broek en een effen hemd, en dat moesten we proper houden.”

In de horeca weet je wanneer je begint, maar niet wanneer je klaar bent. Eric hield zijn werkuren netjes bij in een stageboekje, maar wist dat flexibiliteit belangrijk was: “We begonnen ‘s ochtends. Ontbijt was van 8 tot 10 uur. ‘s Middags werkten we van 12 tot 15 uur, en ‘s avonds van 19 tot 22 uur - al was dat vaak langer.” Hij bleef niet heel de vakantie in Blankenberge: “Het was maar een maand - 31 dagen werken.” Af en toe kreeg hij een vrije namiddag. “Vlakbij kon je een fiets huren. Dus dan trapte ik er een paar uurtjes op uit.” Zijn favoriete uitstapje? De vismijn van Zeebrugge: “Ik vond dat geweldig. Die bedrijvigheid daar, en achteraan waren er allemaal gezellige cafés en viswinkeltjes. Even iets drinken en kijken naar de visaanvoer - heerlijk.”
Eric kijkt met veel plezier terug op zijn tijd als jobstudent. Vooral het ontbijt vond hij een leuke ervarng, met een mengeling van toeristen uit binnen- en buitenland: “Engelsen dkwamen onze streek ontdekken, volwassenen én schoolkinderen. Veel Walen, maar ook veel Antwerpenaren. In die tijd trad het komisch duo Gaston en Leo op in het casino. Iedereen herbeleefde de show aan de ontbijttafel. Ik kon het ontbijt bijna nooit rechtop bedienen - iedereen lag krom van het lachen.”
Wanneer gasten echt in vakantiestemming waren, gaven ze vaak wat extra. Rekeningen werden afgerond en wisselgeld werd fooi. Maar Eric had nog een andere manier om wat bij te verdienen: “Er was twee of drie keer markt op de Grote Markt, maar veel mensen parkeerden daar. Dan gingen we soms op hotelkamerdeur kloppen om te vragen of ze hun auto even wilden verplaatsen. ‘Och, dat is handig’, zeiden ze dan en je kreeg een centje. Want een parkeerboete was duurder. Zo verdienden we ook zakgeld.”
Alles wat Eric verdiende, mocht hij zelf houden van zijn ouders. Hij ging er zuinig mee om. Af en toe kocht hij een singeltje of een boek, of ging hij met vrienden biljarten op café. Maar het meeste geld spaarde hij.
Volgens Eric is de kust een unieke plek om te werken, zeker tijdens het hoogseizoen. “Als het weer goed zit, zijn de mensen vrolijker. Gasten die in het weekend kwamen eten, waren echt op hun gemak. Het voelde als ontspanning voor hen - en dat voelde ik ook zo, die sfeer aan zee. Die twee zomers waren top. Iedereen was in vakantiestemming.”
Eric ging uiteindelijk niet verder in de horeca, maar keerde nog vaak terug naar de kust. Zijn oude werkgever bezocht hij ook regelmatig, vooral om te genieten van het huisgerecht: pladijs! Vandaag woont Eric definitief in Oostende, waar hij volop geniet van het rijke culturele leven.