Project: In zee met jobstudenten

David deelt in dit interview zijn herinneringen aan zijn vakantiejob als jobstudent aan zee, een ervaring die hem zowel op professioneel als persoonlijk vlak heeft gevormd.

Zijn verhaal begint wanneer hij als 15-jarige samen met zijn familie naar Knokke en Duinbergen op vakantie ging. Tijdens een van die vakanties groeide bij hem het idee om een centje bij te verdienen. “Mijn ouders zeiden: ‘Als je iets extra wil, moet je daar zelf voor werken.’” Omdat hij eigenlijk pas op zijn 16de officieel mocht werken, werd er een oogje dichtgeknepen en kreeg hij een job in de ‘crèmebak’ van een restaurant-taverne in Duinbergen.

Zijn eerste werkdag begon met een korte instructie: “In 10 minuten kreeg ik een opleiding in ijsscheppen.” Het werk zelf was aangenaam, maar zijn slaapplaats viel enorm tegen. “Ik sliep in een kelder naast een luidruchtige ijsblokjesmachine en heb de eerste nacht geen oog dichtgedaan.” Gelukkig bood zijn collega Rik een oplossing: “Mijn mama zegt dat je bij ons mag komen logeren.” Dit betekende een enorme upgrade: van een donkere kelder naar een luxueus appartement met een eigen badkamer en goed gevulde koelkast. “Dat was een poepchic appartement. Ik kwam terecht in een mooie kamer met een dubbel bed, met heel veel kussens en ik had een aparte badkamer.

Het werk in de crèmebak was heel sociaal en dynamisch. “We leerden iedereen kennen die daar op vakantie was,” zegt David. Het contact met klanten was prettig, en soms werden klanten extra verwend, zeker als het mooie meisjes of vrienden van de surfclub waren: “Een extra koekje hier, een bolletje meer daar…” Dit verliep niet altijd volgens de regels, maar zoals David lachend zegt: “De baas zag dat toch niet.

Naast het werk genoten David en zijn collega ook volop van het nachtleven in Knokke. “We hadden geen geld, maar werden vaak getrakteerd door kinderen van rijke ouders.” Dankzij deze connecties werden ze binnengeloodst in chique dancings en cocktailbars, iets wat als jonge jobstudent normaal niet zo evident was.

David werkte drie tot vier zomers achter de ‘crèmebak’ en werd uiteindelijk gepromoveerd tot ‘opper-ijsmeester’. Later probeerde hij een job in een cocktailbar, maar dat beviel hem niet: “Die sfeer was veel harder en ik werd meer als een loopjongen behandeld.” Bovendien kwam zijn baas de betalingsafspraken niet na. Na twee weken hield hij het daar voor bekeken.

Zijn ervaring in de horeca gaf hem waardevolle inzichten. “In de horeca ben je altijd aan het werken als andere mensen vrijaf hebben, plezier maken en dat vond ik niet zo leuk.” Later koos hij voor vakantiejobs in een hypermarkt en een fotozaak in Gent, waar hij genoot van het contact met klanten en de uitdaging van verkopen.

Toch heeft de periode aan de kust een speciale plek in zijn hart. “Wat me van gans die periode in de ‘crèmebak’ het meest bijblijft, is de sfeer en de warmte. Het menselijk contact. De goede sfeer, zowel in de samenwerking met mijn compagnon met Rik, als met de klanten, met de vakantiegangers, de toeristen. Op alle niveaus. Wij waren graag gezien en wij zagen de mensen graag.” Zijn liefde voor de zee is alleen maar gegroeid door deze ervaring. “Als ik aan zee kom, dan komt alles terug, maar op een goede manier.

Als vader moedigt hij zijn kinderen aan om een vakantiejob te proberen, maar waarschuwt hij hen ook voor de harde realiteit van de horeca: “Het is hard werken, maar als je in een goede equipe terechtkomt, kan het een geweldige ervaring zijn.

Davids vakantiejob aan zee was een mix van hard werken, plezier en bijzondere ontmoetingen. Van ijs scheppen achter de ‘crèmebak’ tot uitgaan in Knokke, het waren zomers die hij nooit zal vergeten. Ondanks de mindere kanten, zoals de slechte slaapplaats en het harde werken, kijkt hij er met een warm gevoel op terug. “Maar ik zou het zeker iedereen aanraden. Die kust heeft toch iets speciaals, die openheid, andere lucht, ander licht en de sfeer… de mensen zijn echt in vakantiestemming.