Project: In zee met jobstudenten

Vijf zomers lang werkte Daisy als jobstudent in een restaurant in Westende. Wat begon als een tijdelijke vakantiejob in de zomer van 1995, groeide uit tot een periode vol vriendschappen, hard werken en onvergetelijke herinneringen. “Ik kijk daar echt met een goed gevoel op terug,” vertelt ze. “Het waren vijf superjaren.” 

Daisy kwam via een vriendin aan de job. “De mama van een vriendin had een studiootje in Westende en die verbleven daar uiteraard vaak. Zo is ze in contact gekomen met die mensen van het restaurant en had mijn vriendin daar al een zomer ervoor gewerkt in de keuken. Ze waren nog op zoek naar mensen. Zo ben ik daar eigenlijk beland. [...] We werden altijd correct behandeld. ‘s Middags werd er altijd een warme maaltijd voorzien voor de jobstudenten. ‘s Avonds werd er eens een glaasje gedronken samen of gingen we samen elders iets gaan drinken. Dus ik heb daar alleen maar goede verhalen over en een heel goede ervaring.

De sfeer onder de collega’s was geweldig. “Het was wel leuk dat je elkaar ieder jaar een maand - of twee weken, afhankelijk van wie wanneer kwam werken - terugzag.” Ze verbleef telkens een hele maand aan zee en genoot van het werkritme.

Als barverantwoordelijke had Daisy een breed takenpakket: drankjes inschenken, koffies zetten, ijsjes en milkshakes bereiden, en natuurlijk de beroemde pannenkoeken en wafels maken. “De laatste afwas van de avond ervoor, die er nog stond, moest weggewerkt worden. Kijken of de frigo’s aangevuld waren, maar meestal moest dat ook nog ‘s avonds gebeuren. Fruit snijden voor de sangria, enzovoort.

De werkdag begon rond 10:30 à 11:00 uur en liep door tot 22:30 of 23:00 uur. “Maar er was dan eens vuurwerk en dan weet je dat na het vuurwerk de mensen op het terras nog eentje komen drinken. Dan bleven we meestal wel wat langer open, maar meestal was het maximum 23 uur dat wij naar huis konden vertrekken.” Naast de bar hielp ze ook met de afwas. “Beneden in de kelder was de vaatwasmachine. Dus alles van het eten van het middagmaal werd met een liftje naar de kelder en daarna terug naar boven gebracht. Daar moest ik ook inspringen om de vaat te doen en terug naar boven te brengen naar de keuken. [...] Het waren lange dagen. Vroeger werd dat allemaal minder nauw of minder strikt opgevolgd. Nu is dat meer aan regels gebonden dan bijna 20 jaar geleden.

Omdat Daisy een hele maand aan de kust werkte, verbleef ze daar ook. Het eerste jaar op een kamer boven een restaurant. Daarna kon ze bij haar vriendin in de studio van haar moeder logeren, wat een stuk comfortabeler was. “Boven een ander restaurant in Westende en dat waren kamers, specifiek gericht op jobstudenten en die werden ook verhuurd per maand en dat was een kamer met een lavabo en de douche was op de gang. Dat was ook wel leuk, maar natuurlijk in de studio van de mama van mijn vriendin konden we zelf iets klaarmaken om te eten, had je een eigen douche. Er stond daar een televisie. Het was wel wat comfortabeler natuurlijk.

Na de werkdag gingen ze vrijwel elke avond uit. “Dan gingen wij - de eerlijkheid gebiedt mij - iedere avond wel op stap met andere jobstudenten en ook soms met de bazen. Dan gingen we samen iets gaan drinken. Soms werd het eens laat zodat het ‘s morgens wel eens pijn deed om op te staan, maar op dat moment kon je daar nog beter tegen.

Van thuis uit werd er wel verwacht dat je ging werken,” vertelt ze. “Ik mocht het zelf beheren. Ik ben dan ook eens samen met Lies - die vriendin - op reis geweest. De reis, een wagentje en ook wel een beetje sparen uiteindelijk. Dat heeft wel veel bijgedragen aan de toekomstplannen. De opbrengst was allemaal voor mij.” Het geld kwam goed van pas. “Een stuk sparen en eens een CD kopen. Dat deed ik ook graag vroeger. Daar ging ook wel wat geld naartoe. En toen ik in Gent studeerde, had ik ook af en toe eens een extraatje nodig.” 

Een vakantiejob is volgens Daisy een unieke ervaring. “Je ervaart wat werken is. Er wordt wel iets van je verwacht en als het druk is, is er ook wel wat stress. Ze willen iedereen goed bedienen en je moet daar ook mee kunnen omgaan.” Eigen aan een studentenjob aan de kust is het vakantiegevoel. “Je hebt ook die vakantiesfeer, als je een goede plaats hebt waar je ook geapprecieerd wordt en waar eens gelachen kan worden en waar samen eens iets gedronken kan worden. [...] Je draaide mee in iets waar je naar waarde werd geschat en ik denk dat dat misschien wel een groot verschil gemaakt heeft voor mij.

Uiteraard zijn er soms ook minder leuke taakjes. “Je moest ook wel wat poetsen. Het moest proper gehouden worden. Dat hoort er allemaal bij en de ene keer is dat al plezanter dan de andere keer. Maar in grote lijnen kan ik daar weinig negatiefs over zeggen. Ik denk dat ik het anders ook geen vijf seizoenen zou gedaan hebben.

Toen Daisy afstudeerde, stopte ze met haar studentenjob. Ze kwam nog vaak langs bij het restaurant, tot het definitief de deuren sloot, maar Westende blijft een bijzondere plek voor haar. “Ik had niets met Westende. Ik kende Westende niet en nu, als we naar de zee gaan, gaan we bijna altijd naar Westende. Dat blijft.