Anita Pauwels - Liefde en goesting als beste motivatie
Project: In zee met jobstudenten
Met een grote glimlach en een vleugje nostalgie blikt Anita terug op haar carrière in de horeca. Samen met haar man runde ze maar liefst 40 jaar lang een tearoom, waar ze broodjes, wafels en ijs verkochten. Daarnaast leverden ze ook ijs aan andere horecazaken. Jobstudenten waren van meet af aan een belangrijk onderdeel van hun werking. “De jobstudenten, dat was mijn ‘rayon’.” vertelt Anita. “Al wat het ijs aanging, deed mijn man.”
Waar Anita bekendstond als de zachte en vergevingsgezinde werkgever, was haar man degene die de discipline bewaakte. “Ze waren allemaal bang van hem, maar eigenlijk hoefde dat niet,” lacht ze. “Hij was een baas op zijn plaats.” Die aanpak werkte: studenten die bij hen kwamen werken, voelden zich gesteund en serieus genomen. “Streng maar rechtvaardig, zo kan je het noemen. Mijn man zette de puntjes op de i, ik was iets nonchalanter.”
Wat haar zaak bijzonder maakte, was de familiale sfeer. Jobstudenten werkten er niet alleen, maar bleven er soms ook slapen. “We hadden er drie uit Blankenberge die boven de zaak sliepen,” vertelt Anita. “Ze hadden de sleutel want ze moesten op een bepaald uur thuis komen maar soms was dat eens later. We zijn ook jong geweest. Dat was plezant, eerlijk waar.” Sommige studenten bleven jarenlang terugkomen. Anita herinnert zich nog goed een jongen uit Aalst die als 16-jarige bij hen begon en uiteindelijk leraar werd. “Hij zat vijf zomers bij ons en zelfs nu, jaren later, stuurt hij nog een berichtje op mijn verjaardag.” Dat toont voor haar aan hoe sterk de band met haar jobstudenten was.

Voor Anita was werken in de horeca geen verplichting, maar een passie. “Ik ben nooit met tegenzin naar het werk gegaan. Ik deed dat met plezier. Ik heb het altijd heel graag gedaan en ik denk, als je moet gaan werken, moet je dat met plezier doen, want als je iedere dag gaat werken tegen je gedacht, stop je beter.” Die filosofie probeerde ze ook aan haar jobstudenten mee te geven. Respect en beleefdheid waren voor haar vanzelfsprekend. “Beleefd zijn, dat kost geen geld. Je moet daar niet rijk voor zijn.”
Anita zag de wetgeving rond jobstudenten door de jaren heen veranderen. “Vroeger mochten ze veel langer werken, maar rond ‘90 werd dat strenger. En nu is het nog strikter geworden.” Daar heeft ze haar bedenkingen bij. “Als die gasten willen werken, moet je ze laten werken.” Toch bleef de motivatie van haar jobstudenten altijd hoog. “Ik had elk jaar een lijst met studenten die wilden terugkomen. Dan was het: ‘Madame, je hebt beloofd dat ik deze zomer weer mocht terugkomen!’”
Ook na het sluiten van de zaak bleef het contact met haar oud-jobstudenten bestaan. Twee van hen hebben zelfs recent aangekondigd dat ze zelf een ijszaak gaan openen. “Ze hebben het op Facebook gezet en ik heb geantwoord: ‘Als dat zo is, ben ik de eerste klant.’” zegt Anita trots.
Toen Anita’s man plots overleed, ging ze door een moeilijke periode. “We sloten de zaak twee weken. Toen we opnieuw openden, stonden er acht oud-jobstudenten klaar om ons door die eerste dagen heen te helpen. Maar dat heeft me zoveel gedaan, die warmte, die genegenheid op een moeilijk moment, dat ze er ook stonden voor mij.” Uiteindelijk besloot Anita om de zaak te sluiten, maar ze bleef actief. “Ik zit niet stil! Soms zeggen ze hier (het café onder haar appartement, red.): ‘Maak eens koffie!’, en dat doe ik met plezier.”
Als ze terugkijkt op haar loopbaan, heeft ze geen moment spijt. “Moest ik de klok kunnen terugdraaien, ik zou het direct opnieuw doen. Het was een prachtige tijd.”